Samenvatting onderzoek deontologie bij tolken:

In deze studie onderzoeken we de standpunten van juridische en sociaal tolken ten opzichte van de deontologische code in het algemeen en ten opzichte van het deontologische principe ‘onpartijdigheid’. In het eerste deel onderzoeken we het standpunt ten aanzien van de deontologie in het universitair onderwijs, de rol van de sociaal en juridische tolk, de deontologie in het algemeen en van de evaluatie van deontologische problemen. In deel twee komt het standpunt aan bod dat tolken hebben over onpartijdigheid. Bovendien willen we in deze studie nagaan welke strategieën tolken gebruiken wanneer ze problemen in verband met deontologie willen oplossen. De respondenten zijn allemaal actieve en ervaren tolken.

Vooreerst deden we een literatuurstudie om een inventaris op te maken van de problemen en bedenkingen die er zijn met de deontologische code, de rol van de tolk en de notie ‘onpartijdigheid’. Uit die studie is gebleken dat er heel wat problemen bestaan rond de deontologische code, de rol van de tolk en onpartijdigheid. De deontologische code blijkt niet overeen te stemmen met de realiteit waarin de tolken moeten kunnen rekenen op die code. Er is eveneens gebleken dat de rol van de tolk veel breder is dan wat uit de deontologische code blijkt. Bovendien toont de literatuurstudie aan dat de deontologische code heel wat vage principes bevat, principes zonder duidelijke definitie, en daardoor is de deontologische code voor interpretatie vatbaar.

Ten tweede organiseerden we een enquête waaraan juridische en sociaal tolken uit Vlaanderen deelnamen. Achttien sociaal tolken en vijftien juridische tolken vulden die enquête in. Uit de enquête is gebleken dat de tolken bijna alle hypotheses ontkrachten: de tolken zijn min of meer tevreden over het onderwijs rond deontologie en de duidelijkheid van de ethische principes. Ze hebben allemaal een positieve mening over de deontologische code. Ze geven ook aan geen andere rol te spelen met meer verantwoordelijkheid. Zowel de juridische als de sociaal tolken voelen zich soms echter wel aangegrepen na een tolkopdracht. Als laatste punt blijkt ook uit de enquête dat de tolken deontologische pistes en strategieën gebruiken.

Het is duidelijk dat meer onderzoek in de toekomst nodig is. Daarin zou een representatieve steekproef moeten worden gebruikt en zouden ook andere standpunten, zoals die van de gebruikers, aan bod moeten komen.